

Friesland het einde van de wereld
Door Arjan Mulder, redacteur Reishonger.nl
De wereld zit op slot. Maar we willen toch graag op reis! Een winterse tocht door Friesland wordt een warme ervaring. Ver weg blijkt dichtbij te kunnen zijn! Mist, eenzaamheid, koffie drinken in de supermarkt en wegdromen bij de autoradio. Op naar het einde van de wereld.
In Friesland stond ik bijna 25 jaar geleden in alle vroegte te blauwbekken bij de start de laatste Elfstedentocht. Ik volgde (als toeschouwer) het hele parcours. En dat was tevens mijn laatste bezoek aan Friesland. Dat is natuurlijk jammer! Maar deze winter ga ik terug. Terug naar de provincie met de melancholische landschappen, de weidse vergezichten en de harde winters. Dit keer geen ijs en sneeuw, zoals in 1997, maar wel kou en mist. En dat is genieten!
Friesland – het einde van de wereld
Het is rustig op de weg als ik bij Lemmer Friesland binnenrijd. Ik zet de autoradio iets harder. In deze eenzame corona-tijd is de Top2000 een knusse afleiding. Ik heb besloten zoveel mogelijk de kleine weggetjes langs het IJsselmeer te volgen, richting het begin van de Afsluitdijk. Het is mistig. In de kleurloze weilanden staan natte schapen en weidemolens. In de verte piept een kerktoren boven de mist uit. Ik draai richting Nieuw Amerika en Nijewierdum.
De kleinste weggetjes zijn het leukst. Vanaf Oude Mirdum naar Mirns wordt het echt smal. En verlaten. Ik rij vlak langs het IJsselmeer en hier is aanzienlijk meer wind. De auto verlaten is een uitdaging! De kou snijdt, de golven spatten op, de meeuwen zeilen door de lucht. Alle horeca is dicht en niemand die deze dijk voor zijn lol opzoekt. Maar ik wel!
Trots en welvarend
Via Laaksum en Skarl rij ik verder naar Stavoren. Ik hoop op een foto van ‘het vrouwtje van Stavoren’. Maar op de dijk fietst ze niet vandaag. Het vrouwtje van Stavoren vertelt het verhaal van de Friese trots en welvaart. Stavoren was al in 1200 een rijke Hanzestad. Een zandbank voor de kust luidde de ondergang in, maar het vrouwtje kreeg de schuld! In het sprookje stuurt ze een schipper op pad voor het kostbaarste op aarde. Het graan waarmee hij terugkwam kon haar niet bekoren en werd over boord gegooid. Hoogmoed komt voor de val, zou je kunnen zeggen.
Stavoren is een prachtige bestemming om nog eens terug te komen. Het stadje is in de winter verlaten maar dat is in de zomer heel anders! Stavoren is bereikbaar per trein vanuit Leeuwarden. Maar natuurlijk ook per boot. En als je die zelf niet hebt: in de zomer gaat drie keer per dag een veerboot van en naar Enkhuizen. Zeer aan te bevelen, vaartijd 80 minuten. Het vrouwtje van Stavoren zie ik bij de haven alsnog: vereeuwigd in brons en met een mooie Middeleeuwse puntmuts.
Friesland – niet voor watjes
Via Molkwerum ga ik verder naar Hindeloopen. De mist is minder geworden, maar de wind giert nog altijd over het IJsselmeer. Ik zie een reddingsboot die bijna in de golven verdwijnt, zo stampt het schip. Huisjes die in de zomer vast heel aangenaam zijn, staan nu te schudden op de dijk. De haven die in de zomer ongetwijfeld vol plezierbootjes ligt, is nu alleen toegankelijk voor echte kapiteins, die weten wat ze doen. Ik herken een bruggetje, van de Elfstedentocht van 25 jaar geleden. Er is hier niets veranderd.
Ik zie NS-station Hindeloopen: het ligt in de weilanden, bijna 2 kilometer lopen vanaf het stadje! Dat is nu écht Friesland, bedenk ik: functioneel is belangrijker dan comfortabel. Als je hier woont accepteer je dat dit het einde van de wereld is. Dat kou en mist en grote afstanden onderdeel zijn van het bestaan. Ik geniet ervan – vanuit mijn warme auto met de radio aan. Maar of ik hier zou kunnen wonen? Ik denk dat ik het spartaanse gevoel voorlopig genoeg vind, en ik ga door richting Workum. Ik ben toe aan koffie!
Terug naar toen
Koffie is in Workum niet te vinden tijdens de lockdown. Nergens coffee-to-go, nergens iemand op straat. Maar dan bedenk ik dat de supermarktketen ‘met het groene dennenboomlogo’ een hoekje heeft met gratis geweldig goede koffie! Ik koop een gevulde koek in de winkel en de vriendelijke juffrouw laat me de koek opeten in de koffiehoek van de warme winkel. Wat een genot! Zo’n klein gebaar, zo’n warm gevoel. Ik heb nog nooit zó genoten van een kop koffie.
Ferwoude, Gaast en Piaam zijn de volgende bestemmingen, op weg naar mijn eindpunt Makkum. De dijk kronkelt, de mist is inmiddels weg, de wind is nog verder aangewakkerd en het is begonnen te regenen. Ik zet de radio nóg wat harder en bedenk dat ik waanzinnig geniet! Ik ben weer op reis! Aan het einde van de wereld, dat eigenlijk zó dichtbij blijkt.
Makkum, het stadje van het oude aardewerk en de hypermoderne ‘gouden’ jachten, doemt op. Ik merk dat het stadje minder ‘doods’ voelt, nu in de winter, dan de plaatsjes die ik hiervoor bezocht. De werf met de hypermoderne jachten zorgt voor werk en flinke inkomsten. Voor mij is het daardoor minder interessant, want hier begint de wereld weer, die ik even achter me wilde laten. Het liefst ga ik terug. De eenzaamheid in. Maar ik ga terug naar huis. Hopelijk kan ik snel weer eens in een hotel overnachten. Voor nu: stay safe!
Meer reizen