

‘Beruchte’ inbraakplekken nog altijd slecht beveiligd tegen inbraak
Inbreker kan nog steeds kiezen uit miljoenen slecht beveiligde huizen
Hoewel veel woningen steeds beter beveiligd worden, kunnen inbrekers nog steeds in miljoenen woningen eenvoudig toeslaan. Dat blijkt uit onderzoek*) dat de stichting Nationale Inbraakpreventie nu al voor de zestiende keer heeft laten uitvoeren. De achterdeur wordt het meest door criminelen gebruikt om een woning binnen te komen. Toch heeft 30% van de ondervraagden geen deurbeslag met cilindertrekbeveiliging aangebracht.
De tweede veel voorkomende inbraakplek is de voordeur, daar heeft men in 37% van de gevallen geen beslag geplaatst met cilindertrekbeveiliging (zie foto; let op het metalen plaatje dat over het sleutelgat zit, de sleutel steek je via het sleufje in de cilinder). Toch denkt maar zo’n 8% dat het voor een inbreker (heel erg) makkelijk zal zijn om bij hun achterdeur dan wel voordeur toe te slaan. Terwijl ongeveer 18% daar een neutraal gevoel over heeft. Conclusie: men overschat de eigen beveiliging.
Openslaande ramen
Als de dief zowel de voor- als achterdeur overslaat om in te breken, dan is een openslaand raam de eerste voor de hand liggende plek om zijn kans te wagen. Als zo’n raam niet is voorzien van twee raamboompjes met SKG* (één ster) keurmerk dan kan de inbreker eenvoudig met een grote schroevendraaier of koevoet het raam forceren.
Kozijnen scheuren dan soms, maar meestal begeven de (plastic) sluitkommen of de zwakke raamboompjes zelf het. Een openslaand raam kan je het beste beveiligen met twee raamboompjes met een slotje, voorzien van een haak en een metalen sluitkom (zie foto). Het onderzoek geeft aan dat bijna 38% dit soort raamboompjes niet op hun openslaande ramen heeft gemonteerd. Daarmee geven ze inbrekers bijna vrij spel.
Voorlichting
De afgelopen jaren is de belangstelling voor het nemen van preventiemaatregelen tegen inbraken flink toegenomen. Men haalt het liefste de informatie op van een website met PKVW(Politiekeurmerk Veilig Wonen)-logo en men vertrouwt die ook het meest. Direct daarna vertrouwt men het meest op de informatie op de website van de stichting Nationale Inbraakpreventie
(www.inbraakmislukt.nl)
*) onderzoek onder 587 huishoudens in februari 2022
Over de stichting Nationale Inbraakpreventie
Het ministerie van Veiligheid en Justitie, in 2012 onder leiding van Ivo Opstelten, startte vanwege de alsmaar stijgende inbraken een voorlichtingsprogramma met een zwaailichtje in de hoofdrol (“ik blijf het toch zeggen, hoor!”). Uiteraard werd ook de politie hierop actiever onder leiding van nationaal coördinator Inbraakpreventie Sybren van der Velden, in de TaskForce ‘High Impact Crimes’.
De stichting Nationale Inbraakpreventie is anderhalf jaar later, in 2014 opgericht met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. Men wilde hiermee bijdragen aan het substantieel verlagen van het aantal inbra-ken en inbraakpogingen. Werd in 2012 bijna 92.000 keer ingebroken of een poging daartoe gedaan, in 2021 was dit gedaald tot onder de 23.500. De stichting organiseert tweemaal per jaar de Nationale Inbraakpreventie Weken, in mei/juni en november/december. Partners in de stichting zijn de bedrijven Nemef en Yale. Kijk voor meer informatie over o.a. inbraakmethoden en inbraakpreventie op: www.inbraakmislukt.nl.