Seychellen meer dan  witte stranden

Seychellen meer dan witte stranden

Door Arjan Mulder, redacteur Reishonger.nl

 

De Seychellen liggen op de evenaar, midden in de Indische oceaan. Garantie dus op witte stranden, palmbomen en een blauwe zee. Maar er is meer. Ik bekijk het tropische regenwoud en ga ik wandelen in de jungle. Het is prachtig. Maar als ik naar huis ga, heb ik een dubbel gevoel. Want dit paradijs heeft duidelijk ook een keerzijde…

 

De Seychellen vind je in de Indische oceaan, tussen Madagaskar en India. De groep van 115 kleine eilanden (de grootste is niet groter dan Texel) wordt aan de toeristen verkocht als ‘het paradijs’. Net als de Malediven, Mauritius, Bora Bora en nog veel meer. Dus hangen bij het reis-bureau posters van witte stranden, blauwe zee en palmbomen. Maar al die groene heuvels dan? Dan moet het toch ook regelmatig regenen? En al die toeristen laten toch hun sporen na? Op zoek naar de andere kant van het paradijs. Een verhaal over prachtige jungle en (on)zichtbare armoede.

Bestaat het paradijs nog?

Bestaat het paradijs nog? Internet zegt van wel. En reisbureaus zeggen het ook. “Maar voor ons is het geen paradijs,” vertelt mijn taxichauffeur op het eiland Praslin. “Want bijna alle grote hotels zijn in handen van buitenlanders, en maar weinig mensen van de Seychellen krijgen daar werk.” Ik ben net aangekomen en ben op weg naar mijn hotel. “Het hotel waar jij gaat slapen is in Indiase handen. Verder zijn veel hotels van Russen en Europeanen en dat restaurant daar langs de weg is pas geleden door een cruisemaatschappij gekocht. Zo blijft bijna al het geld dat toeristen bij ons uitgeven in buitenlandse handen. De Seychellen hebben inmiddels wereldwijd het hoogste percentage drugs en alcohol verslaafden.”

 

Op het kleine eiland La Digue zie ik natuurlijk wel degelijk de Bounty-stranden die ik vier jaar geleden ook zag. Maar in het hotel klaagt de eigenaar dat de gasten steeds meer klagen: over het geluid van de zee bijvoorbeeld (ze kunnen niet slapen) en dat ze zand aan hun voeten krijgen (ja echt). Veel gasten hebben dus een wat vreemd beeld van dit paradijs. Het lijkt of ze geen benul meer hebben van de werkelijke wereld. Ik fiets heerlijk rond op het kleine eiland en zie de mooiste stranden. Maar ik zie ook werkloze mannen die de hele dag domino spelen onder een boom.

Toeristen gaan voor

“We hebben sinds kort een nieuwe samenstelling van het parlement,“ vertelt mijn gids op het eiland Mahe. “Misschien kunnen we nu eindelijk iets doen tegen de corruptie hier. In november hebben we zelfs de eerste staking. De Seychellen worden verkwanseld door de regering. Wij mogen niet bouwen, maar de sjeik van Abu Dhabi mag een heel paleis neerzetten.” Ik hoop dat het verkwanselen zal stoppen. “Ik woon hier al 12 jaar,” vertelt een bevlogen Duitse vrouw op het strand van Beau Vallon. “Ik organiseer protesten tegen de aantasting van de natuurlijke omgeving en mobiliseer daarbij de bevolking. We hebben recent nog een bouwproject tegen kunnen houden. Maar het is moeilijk. Het hotel waar jij vanavond slaapt is met Russisch maffiageld gebouwd. Dat soort dingen moet stoppen.”

 

En terwijl ik heerlijk van mijn lunch geniet, moet de kokosnoot-verkoper nog maar zien of hij vanavond iets te eten heeft. Ik zie collega’s van hem die bierflesjes verzamelen – om te kijken of er nog iets in zit en voor het statiegeld. De Duitse activiste is somber: “Als die kokosnoot-verkoper voor elke foto 5 cent zou vragen zou hij meer verdienen dan met een hele dag kokosnoten verkopen. Ik gun de mensen hier echt meer.” Als ik ’s avonds op internet lees over de eilanden in de Filipijnen en Thailand die soms compleet voor toeristen worden gesloten, besef ik nog meer dat het paradijs niet meer bestaat.

Witte stranden en turquoise zee

De Seychellen is dus niet alleen maar het paradijs. Tijdens mijn vorige reis naar de Seychellen zag ik zelf alleen maar witte stranden, 5-sterren resorts en beeldschone medewerkers van Bali. Toen genoot ik van wellness en de goddelijke sfeer. Maar ik heb mijzelf toen ook heel wat zand in de ogen laten strooien. De Bounty-stranden zijn er natuurlijk gewoon en ik zag ze dit keer ook. Je kunt hier nog steeds het paradijs beleven. Echt. Vooral op de eilanden La Digue en Praslin vind je prachtige stranden met palmen en enorme roze granieten rotsen en koraalriffen in de mooiste turquoise zee.

 

Eén van de mooiste stranden ter wereld is Anse Source d’Argent op het eiland La Digue. Je moet voor de toegang betalen, maar dat houdt het strand wel rustig en schoon. Het strand is dan ook populair bij fotografen en filmmakers. De enorme glad gesleten granieten blokken zijn sprookjesachtig bij zonsondergang. Op het eiland Praslin ligt Anse Lazio, één van de top 10 stranden van de wereld. Als ik een hangmat bij me had gehad, lag ik hier nu nog steeds. En op het hoofdeiland Maha tenslotte, vind je hele mooie stranden bij de 5-sterren hotels, zoals bij Constance Ephelia, aan de paradijselijke baai van Port Launay Beach.

Op avontuur in de jungle

Maar er is meer dan strand. De Seychellen ligt 2.000 km oost van Tanzania en iets boven Madagaskar. De ligging op de evenaar zorgt ervoor dat de eilandengroep is bedekt met een weelderige groene deken van planten. Overwoekerde beekjes komen van de bergen (tot wel 900 meter hoog) naar beneden. De wegen zijn smal en de afwateringskanalen zijn diep om de weg begaanbaar te houden tijdens hevige buien. De tropische jungle met al zijn kruiden en specerijen doet me aan Sri Lanka denken. Kruidnagel, kaneel, vanille, mango’s, suikerriet en nog veel meer. Groene daken uit de koloniale tijd verraden dat de Seychellen lange tijd Frans en Brits was, met tevens bewoners uit Afrika en India. Deze smeltkroes van culturen heet Creools.

Ik ga drie dagen de jungle in en eerst bezoek ik het beschermde en kwetsbare UNESCO gebied Vallée de Mai op het eiland Praslin. Want hier groeit een unieke kokospalm: de Coco de Mer. Deze palm geeft pas na 22 jaar kokosnoten die wel 35 kg wegen en die pas na 7 jaar rijp zijn. Een andere unieke bezienswaardigheid is de met uitsterven bedreigde Black Parrot (zwarte papegaai). Ik heb geluk want ik zie (net op het eind van mijn bezoek) een paartje neerstrijken in een boom vlakbij. Ze zijn niet heel schuw, want ze worden goed beschermd. Maar als dan een hele zwerm cruiseboot-passagiers aankomt vertrekken de Black Parrots toch maar snel. En ik ook…

SeychellenVermijd het massatoerisme

Op het eiland Mahe ga ik de jungle in met gids Terrence Belle. “We lopen naar Mare aux Cochons, een meertje op bijna 800 meter hoogte,” vertelt Terrence. We lopen door de jungle en ik ben al snel doorweekt. Het regent lauwe regen. Het is warm en vochtig, een slang schiet weg voor mijn voeten. Ik zie restanten van een kaneelplantage. De beken zijn ruig door de vele regen. Als we na ruim twee uur lopen halverwege zijn stelt Terrence voor om terug te gaan: “Als we verder gaan moeten we een rivier over en dat is niet haalbaar vandaag met al die regen.” Ik maak tussen de buien door snel een foto en we gaan terug.

 

Ik ben blij dat ik voor een actief verblijf gekozen heb en deels in de kleinere hotels verblijf. Het paradijs heeft een keerzijde en de bevolking kan een steuntje in de rug heel goed gebruiken. Het massatoerisme zorgt er zoals zo vaak voor dat veel geld verdwijnt naar het buitenland. Ga daarom liever naar kleinere familiehotels en huur een lokale gids. Zo blijft het verdiende geld op de Seychellen. Zo slaap ik met veel plezier in het Patatran hotel op het eiland La Digue. Het hotel werd opgezet in 1992 door iemand van het eiland met drie kamers. Sindsdien zijn er 31 kamers – als een klein dorp aan de noordkant van het eiland. En fietsend zie ik ook veel selfcatering accommodaties. Veel locals hebben een elektrisch wagentje en brengen toeristen naar de mooie afgelegen stranden. Op La Digue gaat de bevolking voor. Een fijn idee.

Meer info:

www.Seychelles.travel/en/

Meer reizen:

www.Reishonger.nl

Tags vakantie, zon

Reacties

Wij horen graag van u
Nog geen reacties! Schrijf als eerste een reactie reageer op dit artikel!